Verdriet
Verdriet…
Afscheid door de dood is zo verbonden met verdriet. Kan ook niet anders. Het is een definitief afscheid. Het is niet terug te draaien. In deze nieuwe samenleving is afscheid nemen door de dood anders geworden. Afscheid nemen van je moeder, die al jaren in een verzorgingstehuis zit, op afstand. Afscheid nemen via een raam, via een telefoon. Afscheid nemen zonder de ander kunnen omarmen, zonder een knuffel te kunnen geven. Soms zelf afscheid nemen zonder dat je de ander ziet.
Afscheid door de dood zorgt voor veel verdriet. Ik zeg vaak tegen familie, ‘denk niet te licht over rouwen. Denk niet dat dit na een paar maanden voorbij is. Rouwen is hard werken. Soms wil je het zelf doen, maar ook vaak is samen rouwen fijner.’ Ik vertel dat het eerste jaar heel moeilijk kan zijn. Telkens denk je terug. Een jaar geleden deden we dit. Een jaar geleden was er die verjaardag. Een jaar geleden gingen we daar nog samen op een terrasje zitten. Mijn werk als uitvaartbegeleidster is daarom ook zo belangrijk. Doordat ik, samen met de familie, voor een persoonlijk en warm afscheid kan zorgen is hiermee ook de basis gelegd voor een (hopelijk) goede rouwverwerking. Gaan er te veel dingen fout bij een afscheidsbijeenkomst, dan kunnen mensen daar nog heel lang moeite mee hebben.
Verdriet, rouwen. Hoe dan ook we krijgen er allemaal mee te maken. Soms te vaak. Soms heftig, soms berustend. Afscheid nemen door de dood hoort bij het leven. Want zonder leven zou er geen dood zijn en zonder dood is er geen leven. Net zoals je kunt zeggen dat verdriet verschrikkelijk kan zijn, maar zonder verdriet zou je ook niet weten wat geluk, wat vreugde is.
Afgelopen week werd ik getroffen door een intens verdriet. Verzorgenden die afscheid moeten nemen van ouderen in zorginstellingen. We noemen ze ‘nieuw helden’ en dat zijn ze. Ik vind het prachtig, al die acties om te laten merken hoe belangrijk ze zijn. Het is geweldig dat er bloemen, taarten en maaltijden worden afgegeven. De concerten voor de bewoners, maar ook een beetje voor de verzorgden. Het applaus dat door heel het land heeft geklonken. Maar ik hoorde deze week ook het verdriet dat deze verzorgenden hebben. Ik had een telefoongesprek met een verzorgende en ze vertelde mij dat ze een hele moeilijk nacht achter de rug had. Ze zat in een kamer de hand vast te houden van een bewoner. Jaren heeft zij voor hem gezorgd. Ze heeft hem leren kennen. Daar zat ze dan, volledig in beschermende kleding. Ze hield zijn hand vast in de laatste momenten van zijn leven. Maar even later ging ze naar een andere kamer. Daar pakte zij ook een hand. Weer van iemand die ze kende. Weer even samen in de laatste momenten van haar leven. Daarna weer een andere kamer. Weer een hand, weer dat afscheid. Drie keer, zei ze, heb ik de hand vastgehouden van iemand, om wie ik ook geef, maar van wie ik afscheid moet nemen. Er viel een stilte en toen zei ze zachtjes, dat is zo moeilijk en ik kan er niets aan veranderen.
Ik zag plotseling al die jonge meisjes en jongens, net van de opleiding en die hier mee om moeten gaan. Is dit wel een onderdeel geweest van de opleiding? Kun je hier op voorbereid zijn? Omgaan met Corona. Omgaan met afscheid te moeten nemen. Dit raakt je toch echt. Hoe ga je om met dit afscheid door de dood? Kun je er thuis over praten? Ik vroeg dan ook: ‘krijgen jullie hulp bij het verwerken van dit verdriet, bij dit gevoel van machteloosheid?’ Weer was het even stil en toen zei ze: ‘nee, dat hebben wij niet nodig. Wij komen hier wel doorheen.’
Tja, dit was inderdaad de reactie die ik had kunnen verwachten. Zij gaan door, door met een zware, bijna onmenselijk taak. Het blijven geven van persoonlijke, meelevende en zorgzame aandacht. Zichzelf daarbij ondergeschikt maken. Wat moet dit moeilijk zijn. Het verwerken van al die heftige dingen die ze zien, die ze voelen. Dat moet je een plekje kunnen geven. Daar zal veel tijd voor nodig zijn.
Mijn medewerkers hadden een mevrouw opgehaald en ze belden mij om te vertellen dat het beeld wat ze zagen onvoorstelbaar, bijna huiveringwekkend was. Verzorgenden, nog steeds in deze vreselijke pakken, die samen in de kamer staan bij een overledene. Samen en toch alleen. In stilte, met hun verdriet. Daar sta je dan in die vervloekte anderhalvemetersamenleving. Je ziet al dit verdriet en je hebt het gevoel dat je zo weinig voor hen kunt doen.
Op tv zag ik dat verpleegkundigen van een IC één keer in de week bij elkaar kwamen. Gewoon om samen te praten. Praten over de afgelopen weken. Over wat ze gezien hebben, meegemaakt hebben. Het harde werken. Het afscheid nemen van patiënten, zonder dat er familie bij is. Het verwerken van de eigen gevoelens, verdriet… Dit is ook rouw. Dit is samen rouwen en verwerken.
Ook voor al de verzorgenden in de vele zorginstellingen in Nederland zou dit goed zijn. Ik vraag dan ook aan alle besturen, managers, leidinggevenden, beleidsbepalers om dit mee te nemen in de komende weken. Hieronder staat mijn telefoonnummer. Ik wil heel graag meedenken en meehelpen. We gaan de verzorgende niet vergeten. Rouwen is hard werken, geeft verdriet. En we kennen allemaal de uitspraak: gedeelde smart is halve smart.
Willemijn Bakx
06 29 17 64 37, www.bakx-uitvaartzorg.nl